Het sneeuwt. Eergisteren was ik nog op Gran Canaria en keek ik naar een strak blauwe lucht. Het licht van de zon was zo fel dat ik moeite moest doen om te kijken. Maar wat ik zag, hoe beperkt ook, vond ik zeer aangenaam. Het is dezelfde wereld, maar toch ziet hij er anders uit. Waar we naar kijken, bepaalt wat we zien. Maar ook: hoe we er naar kijken bepaalt wat we zien. Als de zon schijnt zie je andere dingen dan als het sneeuwt, dan zie je de dingen anders. Als je van sneeuw houdt zie je mooie dingen, als je niet van sneeuw houdt zie je die waarschijnlijk niet.

De sneeuw is opgehouden, maar door mijn raam zie ik een hele donkere lucht, zwart bijna. Mooi! Een lucht vol belofte: er komt nog meer …. En daar is het al! Regen deze keer …. jammer 😉

Iemand zei ooit: A certain darkness is needed to see the stars. Je hebt het donker nodig om de sterren te kunnen zien. Hoe donkerder het is, hoe meer sterren je kunt zien. En ja, op Gran Canaria zie je meer sterren, maar ook hier, noordelijker, zie je steeds meer sterren hoe langer je in het donker kijkt. Als je went aan het donker, zie je meer. Dat geldt ook voor je eigen sterren, je eigen stralende schatten van licht: alleen als je het donker ziet, zullen je sterren tevoorschijn komen. Alleen als je je schaduwkanten accepteert en je monsters aankijkt, zul je zien wat voor moois daarachter zit.

In mijn praktijk werk ik vaak met schaduw en monsters, met de donkere kant. Ik voel altijd erg veel weerstand om dat gevecht met de monsters aan te gaan. Maar elke keer weer sta ik versteld van de verandering die dat gevecht brengt: achter elke wolk, hoe donker ook, schijnt de zon. Ik raak elke keer weer ontroerd door de stralende mens die dan tegenover mij zit en weet ik weer: ik heb het mooiste vak dat er bestaat!

Ik gun je deze week de moed om ook eens naar jouw monsters te kijken. Hoeveel weerstand voel je? En hoe benieuwd ben je naar jouw eigen stralende sterren?

Heb een stralende week!

Lilian