Het is herfst. De wereld is nat en kil (koud), en geel en rood (warm). Open ook. Ik zie de huizen tegenover mijn werkkamer weer. Ze zijn niet langer beschermd door de bladerenweelde van de bomen tussen ons in. De wereld wordt groter. En ook kleiner: als het donker wordt, is er buiten niets meer. Tegenstellingen. Het seizoen van het tegen beter weten in, willen vasthouden aan wat moet gaan.

De herfst is de belofte dat het leven doorgaat: de aarde wordt klaar gemaakt zodat de winter overleefd kan worden. De gevallen bladeren zijn samen een warme deken voor de planten en de kleine diertjes vinden een thuis om te overwinteren. De vissen voelen dat het tijd wordt om zich in te graven in de modder, dat het tijd wordt om te gaan dromen. Het oude en zieke sterft om plaats te maken voor het jonge en gezonde. De cyclus van het leven. De belofte dat het leven doorgaat.

De herfst is ook de tijd om naar binnen te gaan. Vanaf de lente gaan we naar buiten, richten we ons op buiten. We zijn veel buiten en doen buiten-dingen. Nu de dagen kort zijn, de temperatuur binnen aangenamer is dan buiten, zijn we veel meer binnen en doen we binnen-dingen.

Ik merk dat ik dan ook in mezelf naar binnen keer. Even pas op de plaats, mezelf winterklaar maak, zodat ik het donker en de kou kan overleven. Ik ontmoet het oude en zieke, zodat ik het los kan laten. Ik maak plaats om het nieuwe, het frisse te ontmoeten en toe te laten. Straks.

Ga winterklaar de donkere dagen in! Gun het jezelf!

Wees lief voor jezelf deze week!

Lilian Smits
Coach